-
1 een aanval inzetten
een aanval inzetten -
2 de aanval inzetten
de aanval inzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanval inzetten
-
3 inzetten
3 [in actie laten komen] bring into action♦voorbeelden:de achtervolging inzetten • set off in pursuiter de pas inzetten • walk at a brisk pace3 troepen inzetten • bring troops into action, deploy troops2 [met betrekking tot een veiling] start♦voorbeelden:zijn geld inzetten op (rood) • stake/put one's money on (red)2 de veilingmeester zette in op vijftig gulden • the auctioneer started the bidding at fifty guilderste hoog/te laag inzetten • start too low/high1 [beginnen] set in♦voorbeelden:IV 〈wederkerend werkwoord; zich inzetten〉1 [zijn best doen] do one's best♦voorbeelden: -
4 inzetten
1 [aanbrengen in, tussen] mettre2 [beginnen te doen] entamer3 [in actie laten komen] engager♦voorbeelden:een lapje inzetten • mettre une pièceruiten inzetten • poser des carreauxhet inzetten • la posede trainer zette beide wisselspelers in • l'entraîneur a fait monter sur le terrain les deux remplaçants1 [sport en spel] miser2 [m.b.t. een veiling] mettre à prix♦voorbeelden:2 ik heb het huis ingezet op 210.000 gulden • j'ai mis la maison aux enchères au prix de 210.000 florinsde veilingmeester zette in op vijftig gulden • le commissaire-priseur a fixé le prix de base à cinquante florins1 [beginnen] commencer♦voorbeelden:1 de winter zet stevig in • l'hiver s'annonce rigoureuxde winter zet stevig in • l'hiver s'annonce rigoureuxIV inzicht|inzicht♦voorbeelden:tot het inzicht komen, dat … • en arriver à l'idée que …naar zijn inzicht • d'après lui -
5 attaque
attaque [aataak]〈v.〉1 aanval ⇒ bestorming, uitval, overval, aanranding2 aanval ⇒ beschuldiging, scherpe kritiek3 aanval ⇒ attaque, beroerte♦voorbeelden:lancer une attaque • een aanval inzettenpasser à l'attaque • tot de aanval overgaanune attaque contre • een aanval op2 attaque à main armée • gewapende overval, roofovervalêtre d' attaque • fit zijn, in vorm zijnf1) aanval, overval2) beroerte3) inzet [muziek] -
6 ansetzen
ansetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 beginnen, vormen5 aanzetten, vormen7 ramen, begroten♦voorbeelden:das Glas ansetzen • het glas aan de mond zetten6 eine Besprechung auf, für den nächsten Tag ansetzen • een bespreking voor de volgende dag vaststellen9 eine Bowle, einen Likör ansetzen • een bowl, likeur bereiden¶ 〈 figuurlijk〉 den Hebel an der richtigen Stelle ansetzen • iets goed, op de juiste manier aanpakken♦voorbeelden:1 Kalk, Zahnstein setzt sich an • kalk, tandsteen zet aan -
7 action
n. actie; handeling; daad; gevecht[ æksjn]1 actie ⇒ daad, handeling, activiteit, beweging2 gevechtsactie ⇒ treffen, strijd3 techniek ⇒ wijze van gaan, gang4 mechaniek ⇒ mechanisme, werk♦voorbeelden:a man of action • een man van de daadbring/put/set a machine in(to) action • een machine in werking stellen/aan de gang brengengo into action • in actie komenput something out of action • iets buiten werking/buiten bedrijf stellentake action • maatregelen nemen, tot handelen overgaanbe killed in action • in de strijd sneuvelenput someone out of action • iemand buiten gevecht stellensee action • aan de gevechtshandelingen deelnementhe action of a runner • de (loop)techniek van een hardloper4 the action of a piano • het (toets)mechaniek/de hamers van een pianothe action of a drug on the brain • de (uit)werking/invloed van een geneesmiddel op de hersenen -
8 go into action
-
9 mount an attack
-
10 mount
n. berg, heuvel, bergketen; rijdier; rijden; opstijgen; opzetten; opstijgen--------v. (op)stijgen, bestijgen, beklimmen, opgaan; te paard zetten, laten rijden; iets op iets plaatsen, voeren, opstellen; organiserenmount1[ maunt] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 rijdier3 〈 benaming voor〉 iets waarop men iets plaatst om het tentoon te stellen ⇒ standaard 〈 in etalage〉, voet 〈 van bokaal〉; zetting, montering 〈 van juwelen〉; opplak/opzetkarton 〈 van foto, plaatje〉♦voorbeelden:————————mount2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bestijgen ⇒ beklimmen, opgaan4 〈 benaming voor〉 iets op iets plaatsen ⇒ voeren 〈 stukken geschut〉; opstellen 〈geweren enz.〉; opplakken, opzetten 〈 foto's〉♦voorbeelden: -
11 lancer une attaque
lancer une attaque -
12 zum Angriff ansetzen
zum Angriff ansetzen -
13 see
n. (aarts)bisschopszetel; (aarts)bisschopsdom--------v. zien; begrijpen; oppassen op; er zeker van zijn; begeleiden; ontmoetensee1[ sie:] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————see21 nadenken ⇒ bekijken, zien♦voorbeelden:1 let me see • wacht eens, even denken1 zien ⇒ kijken (naar), aankijken tegen2 zien ⇒ (het) begrijpen, (het) inzien3 toezien (op) ⇒ opletten, ervoor zorgen, zorgen voor♦voorbeelden:things seen • waargenomen dingen/zaken 〈 tegenover wat in de verbeelding bestaat〉worth seeing • de moeite waard, opmerkelijkI cannot see him doing it • ik zie het hem nog niet doengo and see! • ga dan/maar kijken!we shall see • we zullen wel zien, wie weetsee into a matter • een zaak onderzoeken〈 figuurlijk〉 see through someone/something • iemand/iets doorzien/doorhebbenas far as I can see • volgens mijI see • (o,) ik begrijp hetas I see it • volgens mij〈 informeel〉 see? • snap je?see about/after • zorgen voor, iets doen aan; onderzoekensee to it that • ervoor zorgen dat5 bezoeken ⇒ opzoeken, langs gaan bij7 meemaken ⇒ ervaren, getuige zijn van♦voorbeelden:3 see you (later)!, (I'll) be seeing you! • tot ziens!, tot kijk!I'd like to see more of you • ik zou je wel vaker willen ziensee a lot of someone • iemand veel/vaak zien/ontmoetensee the town • de stad bezichtigensee over/round a house • een huis bezichtigensee someone about something • iemand over iets raadplegen/advies vragensee the new year in • het nieuwe jaar inluidensee the old year out • het oude jaar uitluidensee someone in • iemand binnenlatensee someone off at the station • iemand uitwuiven op het stationsee someone out • iemand uitlatenI'll see you through • ik help je er wel doorheenhave enough money to see one through the month • genoeg geld hebben om de maand door te komensee someone to the door • iemand uitlatensee something out/through • iets tot het einde volhouden/doorzetten
См. также в других словарях:
German declaration of war against the Netherlands — At 6:00 AM (Amsterdam Time) on 10 May 1940, during the Battle of the Netherlands, the German envoy Count Zech von Burkensroda gave Dutch minister of foreign affairs Van Kleffens the following German declaration of war. It was only later… … Wikipedia